Samuel Levi droomt. Het is de zoveelste nacht dat er vanuit Gaza en Libanon raketten op Israël worden afgevuurd.
En dan gebeurt er iets bijzonders. Opeens houden de beschietingen op en boven de Olijfberg verschijnt een lichtkolom. En in die lichtkolom daalt iemand neer. Even later is de lichtkolom weer weg.
Dan is hij in iets wat op Gaza lijkt. En daar ziet hij een lichtende gestalte. Het lijkt op een engel. De Hamas-terroristen staan als aan de grond genageld. De lichtende gestalte beveelt hen iets. Ze gaan hem voor. Samuel ziet het onderaardse tunnelstelsel. De hel van Hamas. Doodeng.
En daar zijn de gijzelaars. Ze worden naar buiten geleid. Kinderen en ouderen. Er komen bussen aan en daarin mogen ze plaatsnemen. En nog meer gijzelaars komen de tunnels uit . Ze zwaaien naar de gijzelaars in de bussen. In de voorste bus neemt ook de lichtende gestalte plaats en dan rijden ze weg. Waarheen kan hij niet zien.
De Hamas-terroristen slaan op de vlucht. Dan wordt er iemand door Israël Defense Forces geboeid afgevoerd. Het is de meest gezochte Hamasleider Yahya Sinwar die zich, omringd door de gijzelaars, veilig waande.
Badend in het zweet schrikt Samuel wakker. Waar is hij? Zijn hart bonst. O, gelukkig, hij is nog gewoon in zijn eigen huis in Amsterdam. Het was een droom. Maar wat voor droom?
Hij kan niet meer slapen en vraagt zich af wat dit te betekenen heeft. Zoiets heeft hij nog nooit meegemaakt.
De droom blijft hem die dag en de dagen daarna bezig houden. De oorlog gaat gewoon door. De raketten blijven komen. De strijd wordt steeds zwaarder voor Israël. De hele wereld keert zich tegen dit kleine landje aan de Middellandse Zee. Het Joodse volk dreigt ten onder te gaan.
Twee weken na die merkwaardige droom zit Samuel aan zijn ontbijt. Zijn telefoon gaat. Het nummer begint met +972, Israël. O, hij ziet het al, het is zijn neef Ruben uit Tel Aviv. “Hallo”, zegt Samuel. “Hi Samuel, met Ruben.” “Ha neef, hoe is het ermee? Leuk dat je ….” Maar Samuel wordt onderbroken: “Heb je het al gehoord!? Het is vrede! Want de Messias is gekomen!”
Samuel weet even niet wat hij moet zeggen. Ineens flitst die wonderlijke droom weer door hem heen. “O, ja, ja, maar, maar wat bedoel je nou precies, Ruben?” “Nou, dat zeg ik je toch, de Messias is gekomen en nu is het vrede!”
“En wanneer is hij dan gekomen?” “Vannacht,” antwoordt Ruben. Alle tv-zenders zenden niets anders uit dan dit nieuws.” En dan hoort Samuel op de achtergrond auto’s claxonneren. “Ja je hoort het wel hè”, vervolgt Ruben, “auto’s rijden toeterend door de straten, iedereen is uitbundig van vreugde. Eindelijk een einde aan die rotoorlog. We zijn nu een volk dat er weer mag zijn. En weet je wat het journaal net vermeldde? Dat de gijzelaars die nog in Gaza werden vastgehouden, bevrijdt zijn.”
Ruben vervolgt: “Vanmiddag om twaalf uur stelt de Messias zich op de televisie aan ons voor en dan weten we wie hij is en vanavond is er een groot volksfeest.”
Samuel krijgt er kippenvel van. Wat bijzonder allemaal. En dan vertelt hij van die wonderlijke droom van twee weken geleden. Ruben is perplex. Hoe is het mogelijk. Allebei huilen ze van blijdschap.
’s Middags belt Ruben weer. Hij vertelt over de Messias die zich heeft voorgesteld. Weet je wat, Samuel? “ Hij is 2000 jaar geleden op Golgotha aan een kruis genageld en gestorven en drie dagen later weer opgestaan. Kort daarna is Hij naar de hemel gevaren. En God is zijn Vader. Dat vertelde Hij allemaal in vloeiend Hebreeuws. En nu gelooft iedereen in Hem.”
Samuel krijgt die dag tientallen appjes van zijn vrienden die het inmiddels ook weten. Ze zijn allemaal dol enthousiast: ‘We hoeven niet meer bang te zijn om over straat te gaan.’ ‘Eindelijk kunnen we weer naar Israël.’ ‘Nu geloven we hetzelfde als de christenen.’ ‘Wij gaan emigreren naar Israël.’
Na maanden kijkt Samuel ’s avonds weer eens naar het pro-Palestijnse NOS-journaal. Maar over de gekomen Messias wordt met geen woord gerept. Er worden alleen een paar flitsen vertoond van oude beelden uit Gaza, waarbij wordt gezegd dat er vandaag - sinds geruime tijd - geen ‘vijandelijkheden’ van Israël waren.
’s Avonds in bed neemt hij het besluit om ook naar Israël te emigreren. Hij dankt de Eeuwige dat de Messias is gekomen. Dolblij valt hij uiteindelijk in slaap. De Eeuwige Shalom is aangevangen.
Reactie plaatsen
Reacties